Vuurtypes

Vóór 1996 beschikten sommige landen over nationale normen. Anderen daarentegen baseerden hun regelgeving op bestaande referenties in de markt (Duitsland DIN, AFNOR in Frankrijk, enz.).

Sinds 1996 moeten brandblusapparaten in Europa aan de Europa EN3-6-normen, vandaag de EN3-7-normen, beantwoorden. Die vormt het wettelijke kader voor de productie, kenmerken, testmethodes, ... voor alle toestellen. De EN3-norm legt de soorten vuur A, B en C strikt en duidelijk vast. Bovendien kent de norm binnen de vuurtypes A en B cijfercodes toe aan de verschillende gradaties (hoe hoger het cijfer, hoe krachtiger de brandblusser).

 

img

Klasse A

5A 8A 13A 21A 27A 34A 43A 55A (norm EN3-7)

Vaste voorwerpen, veelal bestaand uit organisch materiaal. Hout , papier, textiel, PVC, banden,...

img

Klasse B

21B 34B 55B 70B 89B 113B 144B 183B 233B (norm EN3-7)

Vloeistoffen of materialen die vloeibaar kunnen worden. Oliën, vetten, verf, benzines, lakken,...

img

Klasse C

De classificatie wordt niet opgenomen in de norm EN3      

Gassen : propaan, hydrogene gassen, ...

img

Klasse D

De classificatie wordt niet opgenomen in de norm EN3      

Metalen : lithium, sodium, potassium, aluminium,...

img

Klasse F

5F 15F 25F 75F (norm NBN EN2/A1 de 2005)              

Vuur ten gevolge van keukenoliën en vetten

Interesse in een workshop brandpreventie voor uw werknemers?